Deze vragen kun je bijvoorbeeld opschrijven in een journal, of wanneer je de training met iemand volgt kun je deze vragen ook samen bespreken.

1. Misschien ben je ooit wel eens in een woestijn geweest, of in een gebied waar er minder vals licht is dan in Nederland. Door de vele bebouwing en straatverlichting zijn de sterren in Nederland minder zichtbaar dan dat ze op andere plekken in de wereld zijn. Ga op een heldere avond eens naar buiten en kijk eens naar de sterren. Lees Psalm 8. David bezingt hier hoe wonderlijk het is dat wanneer God de maan en de sterren hun plaats gegeven heeft, hoe wonderlijk is het dan dat God aan jou denkt en dat hij naar jou omziet. Wat vind je daarvan?
2. Wat betekent het voor jou dat God naar je omziet?
3. Hoe ervaar je dat in je leven? Bemerk je dat God voor je zorgt, of vraag je het jezelf wel eens af of God echt betrokken is in jouw leven?
4. Lees Psalm 139 op pagina 18 met elkaar. Deze opdracht heb je zojuist gemaakt, in de LEEF tijd. Bespreek met elkaar na het lezen van elk vers wat dit vers concreet betekent en hoe je dat toe kunt passen in je leven.
5. Geloof jij dat je door God bedoeld bent? Dat jij van waarde bent gewoon zoals je bent?
6. Is het moeilijk om vanuit deze waarheid te leven? Waarom wel of niet?
7. Hoe kun je Gods liefde voor jou aanvaarden?
8. Bid. Vraag of God de boodschap van vandaag dieper in jouw hart zal laten landen en dat Hij nog meer van Zichzelf aan je zal laten zien.